Hoge Fronten en Glacis
Na opheffing van de vestingstatus in 1867 werden vele vestingwerken gesloopt. Gelukkig zijn dit muurgedeelte en de aflopende helling bewaard gebleven.
De Hoge Fronten heeft zijn naam te danken aan haar droge grachten. De buitenwerken van de vesting zijn namelijk zó hoog, waardoor de grachten niet gevuld raakten. Zij werden daarom des te steviger uitgerust en ‘die massa stenen’ heeft in de late 19de eeuw hun redding betekend.
Geschiedenis
In de zeventiende eeuw kwam een groot aantal buitenwerken tot stand. Na de verovering van Maastricht door Frederik Hendrik in 1632 werd de stad ‘aangeslagen’ voor het herstel van muren, torens en poorten. De nieuwe mede-heer van de stad, de Staten-Generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, nam hoge kosten op zich voor de uitbreiding van de buitenwerken. In eerste instantie legden zij zes uitgestrekte aarden ‘hoornwerken’ aan (rond 1635). Vijftig jaar later waren er al ongeveer 25 andere buitenwerken tot stand gekomen, dat helaas een ratjetoe was geworden. De vestingbouwkundigen betwijfelden of zij een eerste aanvalsgolf konden weerstaan. Hierdoor werd de Vesting Maastricht door de respectievelijke ‘directeuren der fotificatiën’ De la Rive, Du Moulin en De Veye tussen 1753 en 1777 stelselmatig gemoderniseerd.
Hedendaagse restauratie
De muurdelen worden tegenwoordig jaarlijks gecontroleerd en er vindt doorlopend calamiteitenonderhoud plaats. De natuur krijgt hier veel ruimte om zich te ontwikkelen.